Overzicht verschillende handbogen

1. Longbow (langboog)

  • Herkomst: Traditioneel Engels, beroemd uit de Middeleeuwen.
  • Vorm: Lange rechte boog, vaak zo lang als of langer dan de schutter zelf.
  • Materiaal: Vroeger meestal taxushout, tegenwoordig ook laminaten of moderne composieten.
  • Eigenschappen:
    • Geen pijloplegger of vizier, schiet “intuïtief”.
    • Vergt veel kracht en techniek.
    • Grote trekkracht nodig om hoge pijlsnelheid te halen.
  • Voordelen:
    • Klassieke uitstraling, historisch gebruik.
    • Zeer krachtig op lange afstand (militair inzetbaar in de historie).
  • Nadelen:
    • Minder accuraat dan moderne bogen.
    • Groot en lastig te vervoeren.
  • Gebruik: Traditioneel boogschieten, re-enactment, intuïtief schieten.

2. Recurveboog

  • Herkomst: Bekend uit Aziatische ruiterculturen en moderne Olympische sporten.
  • Vorm: Einden van de latten buigen van de schutter af (“recurve”).
  • Materiaal: Hout, glasvezel, carbon, of laminaatcombinaties.
  • Eigenschappen:
    • Compacter dan een longbow.
    • De “recurve” zorgt voor extra opslag van energie → hogere pijlsnelheid.
    • Wordt vaak uitgerust met vizier, stabilisatoren en pijloplegger.
  • Voordelen:
    • Preciezer en krachtiger dan longbow.
    • Veelzijdig, geschikt voor sport en jacht.
  • Nadelen:
    • Meer onderhoud en gevoeliger voor schade bij verkeerd opspannen.
  • Gebruik: Olympisch boogschieten, 3D schieten, jacht, recreatie.

3. Flatbow

  • Herkomst: Traditioneel Noord-Amerikaans (o.a. door de inheemse bevolking gebruikt).
  • Vorm: Rechte latten maar breder en platter dan een longbow.
  • Materiaal: Hout, soms met laminaat.
  • Eigenschappen:
    • Simpele constructie, zonder moderne toevoegingen.
    • Stabiel schot door brede latten.
  • Voordelen:
    • Compacter en handzamer dan een longbow.
    • Traditionele uitstraling.
  • Nadelen:
    • Minder kracht en efficiëntie dan recurve of compound.
  • Gebruik: Traditioneel en instinctief schieten.

4. Ruiterboog (horsebow)

  • Herkomst: Aziatische steppevolken (Mongolen, Hunnen, Turken).
  • Vorm: Korte boog met sterke recurvevorm, vaak symmetrisch.
  • Materiaal: Historisch hoorn, pees en hout; modern ook glasvezel en carbon.
  • Eigenschappen:
    • Ontworpen om te gebruiken vanaf een paard.
    • Compact en licht, snelle pijlafgifte.
  • Voordelen:
    • Zeer wendbaar en snel.
    • Traditioneel esthetisch ontwerp.
  • Nadelen:
    • Kortere trekkracht → iets minder geschikt voor extreem lange afstanden.
  • Gebruik: Traditioneel boogschieten, historische sport.

5. Compoundboog

  • Herkomst: Modern, ontwikkeld in de jaren ’60 (VS).
  • Vorm: Katrolsysteem die de kracht verdelen.
  • Materiaal: Aluminium, carbon, composiet.
  • Eigenschappen:
    • Mechanisch systeem verlaagt de effectieve trekkracht (“let-off”).
    • Hoge pijlsnelheid en nauwkeurigheid.
    • Vaak uitgerust met vizier, stabilisatoren, release-hulp en pijloplegger.
  • Voordelen:
    • Zeer krachtig en accuraat.
    • Minder fysieke belasting bij het vasthouden van de boog.
  • Nadelen:
    • Zwaar en complex.
    • Vereist meer onderhoud en afstelling.
  • Gebruik: Jacht, sport, 3D schieten, competitie.

📊 Samenvattende vergelijking

BoogtypeLengteKrachtNauwkeurigheidGebruiksgemakTraditioneelModern
LongbowZeer langHoogGemiddeldMoeilijk
RecurveboogMiddelHoogHoogGemiddeld
FlatbowMiddelGemiddeldGemiddeldEenvoudig
RuiterboogKortHoogGoedMoeilijk
CompoundboogKortZeer hoogZeer hoogGemiddeld